Mijn eerste opdracht die ik kreeg was deze muurschildering, de toenmalige manager van het wijkgebouw had mij erom gevraagd. Het wijkgebouw was de plaats waar mijn cursussen gegeven werden, dus de vraag was niet helemaal onbegrijpelijk. Als zakelijke nul was het voor mij een heel nieuwe ervaring. Wat moet je nou rekenen voor een muurschildering?
Met de onbeholpenheid waar een beginnend kunstenaar zich vaak door kenmerkt, noemde ik een bedrag dat was gebaseerd op, ‘Oh een muurschildering, het moet vooral niet te duur zijn’. Het geluk was in deze met mij, de manager had al gauw door dat mijn zakelijkheid nog een ongeboren kindje was. Zij heeft mij uitgelegd hoe je een prijs bepaald, wat zijn je uren en wat is je materiaalgebruik. Een heel ander uitgangspunt dan, ‘Goh wat een grote muur en daar mag ik een schildering op maken’.
Ik ben tot op de dag van vandaag deze manager dankbaar, maar echt zakelijk worden heeft er nooit ingezeten. Overleven was voldoende want mijn vak is immers het mooiste vak van de wereld.
De muur waarop een schildering moest komen had een klok die nergens anders kon hangen. Deze klok is uiteindelijk de spil geworden waarop het ontwerp draaide. De naam van het wijkgebouw ‘Stadsdriehoek’ verwijst naar het stadsdeel de stadsdriehoek. Uit dit deel van de stad is uiteindelijk de wereldstad Rotterdam gegroeid. Heel oude kaarten laten de driehoekige vorm zien die er van oorsprong was, een tijdje terug dus.
In de buurt van het wijkgebouw verwijzen straatnamen naar dingen van vroeger. Achterklooster duidt op een klooster die daar vroeger gevestigd was, er daar was ook een tehuis voor weesmeisjes. Op een oude kaart stonden geüniformeerde meisjes ten tijde van.
Vlak bij het buurtcentrum is ook het Haringvliet waar, de naam zegt het al, vroeger de haring werd binnengebracht. De tijd heeft hier allerlei veranderingen doorgemaakt, het gebruik van klokken in de afbeelding is dus heel toepasselijk.
Voor muurschilderingen is acrylverf eigenlijk de enige bruikbare verf omdat je deze overal op kan schilderen.
De vloer van de zaal was, en is nog steeds, een beetje vaal blauw, felle kleuren op de muur zouden deze vaalheid extra versterken. Dit was mijn beginsituatie.
In het ontwerp dat ontstond suggereerde ik transparantie in de verflagen, zoals je deze ook in een aquarel hebt. Door deze ’transparantie’ kan je als het ware door de tijd heen kijken. Met de aquarel-achtige benadering liet ik de vloer in zijn waarde.
In de voorstelling is ook een molen te zien, die begin 1900 op het Oostplein is afgebrand. De staanders van de Willemsbrug binnen de grote klok hebben het aanzicht zoals deze is, zou je ze zien vanuit de grote zaal.
Om een beeld te geven van proportie, het staande weesmeisje is zo’n 2,50 meter hoog.
Zicht op de muur vanuit de zaal. Op de witte baan onder komen nog kunststof platen waar stoelen tegen aan gezet kunnen worden, dit om beschadigingen te voorkomen.
Klokken met verschillende wijzerplaten, oud en nieuw en op verschillende tijden.
Hier de weesmeisjes die elkaar onderrichten. Het wijkgebouw heeft ook een educatieve functie.
Tweeënhalve meter hoog, al schilderend wordt het hoofd van het meisje vervreemdend groot. Het was dus zaaks om steeds weer afstand te nemen.
Op de muur is eerst een laag gezet die het oppervlak minder poreus maakte. Daarna is de hele voorstelling in lijn op de wand getekend. Omdat er met grote hoeveelheden verf gewerkt werd, bewaarde ik kleuren in plastic bekertjes met daaromheen een boterhamzakje.
De ’transparantie’ is mengtechnisch verkregen. Het karakter van de muurschildering doet aan de beoogde aquareltechniek denken.