Tekening van een oud kok op de grote vaart.
Tijdens mijn korte verblijf in een zorgcentrum had ik deze man als kamergenoot. Hij had longproblemen en was voortdurend verbonden met de zuurstoffles. De enige onderbrekingen die er waren werden gevuld met puffen, een noodzakelijkheid om slijmophopingen in zijn aangetaste longen los te maken.
Door deze verplichte onderbrekingen kon de man enkel korte periodes slapen. In slecht licht heb ik tijdens een van zijn slaapjes een foto (met tablet) gemaakt, om deze later in een tekening om te zetten.
Mijn kamergenoot was een beetje een vrijgevochten vogel die ondanks zijn beperkingen zich verder geen beperkingen liet opleggen. ’s Ochtends om zes uur ging hij stiekem een sigaretje roken, want dat kon hij niet laten. Op de dag toerde hij met zijn scootmobiel door de stad zodra de mogelijkheid daar toe was.
De tekening geeft een vertederend beeld van een man met een ongeschoren gezicht en ongekamd haar, die zijn leven over de zeeën heeft gevaren. Zijn handen zijn echter die van een kok, zacht en glad. In een half-zittende houding slaapt hij hier, liggen was problematisch vanwege de ademhaling. De slangen weerhouden hem van verdere reizen, een gemis voor deze zeevaarder.